De sensomotorische ontwikkeling vormt niet alleen de basis voor de motorische ontwikkeling, zij heeft ook een belangrijke invloed op de totale ontwikkeling van het kind. Door met een bal te spelen, krijgt die bal de betekenis van iets waarmee je kunt rollen en gooien. Door het voorwerp "bal" motorisch te ontdekken, krijgt het woord "bal" inhoud. Te weinig motorische ontwikkeling kan leiden tot problemen in de taalontwikkeling van een kind. Door het bewegen leert het kind zijn lichaam kennen (lichaamsplan) en van daaruit de omgeving (ruimtelijke oriëntatie). Dit is van belang om te leren rekenen. Als kinderen met elkaar spelen beoordelen ze elkaar vaak op motorische vaardigheden. Als een kind altijd als laatste gekozen wordt, omdat het niet snel genoeg vangt en gooit kan het kind erg onzeker worden en daardoor minder zelfvertrouwen ontwikkelen.
Wanneer er een vermoeden bestaat dat er een motorisch probleem is, wordt eerst een sensomotorisch onderzoek gedaan. Tijdens dit onderzoek krijgt de therapeut inzicht in het motorisch functioneren van het kind. In het onderzoek komen de volgende onderdelen aan bod:
De resultaten van het onderzoek komen in een verslag, waarna een advies wordt gegeven. Als behandeling geïndiceerd blijkt te zijn, stelt de therapeut een behandelplan op. Dit plan is afgestemd op de individuele situatie van het kind.
Binnen de therapie wordt bewegen vanuit de basis opgebouwd om een kwalitatief goed bewegingspatroon te bereiken. Plezier in bewegen staat voorop. Het kind moet het (weer) leuk gaan vinden om te bewegen. De therapie wordt dan ook in spelvorm aangeboden.
Klik hier voor suggesties van spelletjes en spelvormen.
Hyperventilatie kan een eenmalig verschijnsel zijn, maar het kan ook regelmatig terugkomen. Bij een chronische hyperventilatie kunnen allerlei vage klachten optreden terwijl de kortademigheid niet zo uitgesproken is, waardoor de patiënten soms lange onderzoeken moeten ondergaan voor de oorzaak wordt gevonden.
Begeleiding op maat
Bedrijfsoefenthetapie vindt in de werkomgeving plaats. Daar analyseert de bedrijfsoefentherapeut de handeling die een werknemer uitvoert en de wijze waarop hij deze uitvoert. Op grond daarvan wordt de werknemer begeleid: in groepsverband of individueel en op maat gesneden. Samen met de werknemers zoekt de bedrijfsoefentherapeut naar het juiste evenwicht tussen lichamelijke belasting en belastbaarheid.
Terugdringen van ziekteverzuim
Lichamelijke klachten worden maar al te vaak veroorzaakt door een verkeerde werkhouding en een (te) hoge werkdruk. Soms leiden die klachten zelfs tot langdurig ziekteverzuim of tot permanente arbeidsongeschiktheid.Bij het terugdringen van ziekteverzuim is het essentiel om bij de bron te beginnen: vermijden-voor zover mogelijk- dat lichamelijke klachten ontstaan. De inrichting van de werkplek speelt hierbij een belangrijke rol.